Nieuwsbrief november 2024
Kolossenzen 2:5-7 (AMPC) “… ik zie met blijdschap … de hechtheid (standvastigheid) van uw geloof in Christus. … wandelt in Hem, geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, (steeds meer) bevestigd wordend in het geloof…”
Kolossenzen 2:5-7 (AMPC) “… ik zie met blijdschap … de hechtheid (standvastigheid) van uw geloof in Christus. … wandelt in Hem, geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, (steeds meer) bevestigd wordend in het geloof…”
Judas vs. 3: “Geliefden, daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over ons gemeenschappelijk heil, zie ik mij genoodzaakt het te doen met de vermaning, tot het uiterste te strijden voor het geloof…”
Mattheüs 24:3 (HSV): “… En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?”
Deuteronomium 10:12-13: Nu dan, Israël, wat vraagt de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen door in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en de inzettingen des Heren, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wèl ga.
Johannes 17:13-17 (HSV): … opdat zij ten volle Mijn blijdschap in zichzelf hebben. Ik heb hun Uw woord gegeven … Ik bid niet dat U hen uit de wereld wegneemt, maar dat U hen bewaart voor de boze. … Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.
Deuteronomium 8:10-18 (HSV): … en dat u dan niet in uw hart zegt: Mijn eigen kracht en de macht van mijn hand heeft dit vermogen voor mij verworven.
“Het gebeurde, toen ik deze woorden hoorde, dat ik ging zitten en begon te huilen. Ik bedreef enkele dagen rouw, terwijl ik voor het aangezicht van de God van de hemel vastte en bad.” Nehemia 1:4 (HSV)
“Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief. Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde, en verkrijgt u het einddoel van uw geloof, namelijk de zaligheid van uw zielen.” 1 Petrus 1:8-9 (HSV)
“Want zo is het de wil van God, dat u door goed te doen het onverstand van de dwaze mensen de mond snoert; als vrije mensen, maar niet alsof u de vrijheid hebt als een dekmantel voor slechtheid, maar als dienstknechten van God.” 1 Petrus 2:15-16 (HSV)
“Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.” Mattheüs 7:13-14